Een mondstuk op maat
Als je afwijkende wensen hebt, we kunnen in principe allerlei afwijkende modellen ontwerpen. Ook een met messing bus versterkte shank behoort tot de mogelijkheden. Een * tip maat zoals M* of L* is een maat tussen twee opvolgende maten in dus M* is tussen M en L in.
* PLA filament is in principe veilig materiaal voor de toepassing mondstukken. Het wordt aangeraden de mondstukken, net als rieten regelmatig schoon te maken met alcohol om de ontwikkeling van bacterien in achtergebleven speekselresten te voorkomen.
De tipopening
De tipopening heeft vooral invloed op het speelgemak. Een kleine tip in combinatie met een dun riet zorgt ervoor dat een instrument gemakkelijker aanspreekt, maar beperkt ook de mogelijkheid om luid te spelen. Ervaren spelers kiezen daarom vaak voor een grotere tip openingen. Dat biedt ook meer functionaliteit.
Tipopeningen worden over het algemeen aangeduid met een cijfer. De meeste spelers kunnen goed uit de voeten met een 6 of een 6*.
In de onderstaande tabel zijn de tipopeningen gegeven in duizendste millimeter die we hanteren per getal en per instrument. In de tabel hieronder tipopeningen die gangbaar zijn.
Tipopening | 5 | 5* | 6 | 6* | 7 | 7* |
sopraansaxofoon | 110 | 115 | 120 | 125 | 130 | 135 |
alt saxofoon | 150 | 160 | 170 | 180 | 190 | 200 |
c melody saxofoon | 160 | 170 | 180 | 190 | 200 | 210 |
tenor saxofoon | 170 | 180 | 190 | 200 | 210 | 220 |
bariton saxofoon | 180 | 190 | 200 | 210 | 220 | 230 |
bas saxofoon | 180 | 190 | 200 | 210 | 220 | 230 |
Eb klarinet | 095 | 100 | 105 | 110 | 115 | 120 |
Bb klarinet | 100 | 105 | 110 | 120 | 130 | 140 |
alto klarinet | 130 | 140 | 150 | 160 | 170 | 180 |
bas klarinet | 160 | 170 | 180 | 190 | 200 | 210 |
contra alt klarinet | 155 | 165 | 175 | 185 | 195 | 205 |
contra bas klarinet | 160 | 170 | 180 | 190 | 200 | 210 |
Facinglengte
Het afgeschuinde deel van de tabel zorgt voor de lengte van het bewegende deel van het riet. Belangrijk daarbij is dat lage tonen meer lengte vragen dan hoge tonen. Maar een lange facing is moeilijker in bedwang te houden.
Facinglengte | S | M | L |
sopraansaxofoon | 18 | 19 | 20 |
altsaxofoon | 22 | 23 | 24 |
c melody saxofoon | 23 | 24 | 25 |
tenorsaxofoon | 23 | 24 | 25 |
baritonsaxofoon | 27 | 28 | 29 |
bassaxofoon | 29 | 30 | 31 |
Eb klarinet | 17 | 18 | 19 |
Bb klarinet | 21 | 22 | 23 |
alt klarinet | 21 | 22 | 23 |
bas klarinet | 30 | 31 | 32 |
contra alt klarinet | 29 | 30 | 31 |
contra bas klarinet | 29 | 30 | 31 |
De baffle
De baffle is het voorste gedeelte van de kamer direct na de tipopening. De eerste paar mm van de baffle heeft veel effect heeft op de klank van het instrument; meer dan de tipopening, de facing lengte of de vorm van de kamer. Er zijn eigenlijk drie hoofdvormen van de baffle:
- de flat baffle
- de roll over baffle
- de step baffle
-
- De flat baffle wordt bij saxofoon mondstukken weinig toegepast. Het levert een stevige klank, maar met minder projectie. De middenfrequenties zijn onder vertegenwoordigd.
- De roll over baffle versterkt de projectie en geeft meer variatie in de klank. Als de roll over baffle klein wordt gehouden dan levert het ook een heldere klank op.
- De step baffle zorgt voor een versterking van de hogere frequentie en zorgt voor een helder en luid geluid.
Chamber
De chamberof kamer is de grote ruimte tussen de tip van het mondstuk en de boring. De grootte en de vorm van de kamer hebben effect op de intonatie, deklank en de flexibiliteit van het spelen. De grootte wordt vooral bepaald door de keuze voor rechte of gebogen zijden. Dat laatste werd vroeger veel gebruikt in combinatie met een grote rond throat. Veel standaard mondstukken hebben een rechthoekige of trapeziumvormige throat en daarbij rechte zijden in de kamer.
Throat
De throat (keel) is de overgang van de kamer naar de boring. De vorm en de grootte van de throat kan op allerlei manier worden geconfigureerd.
Hieronder zijn een aantal afbeeldingen van het inwendige van het mondstuk (de boring en de kamer). Hier is op te zien hoe verschillend de vormen kunnen zijn.