Baslijnen schrijven voor de basklarinet
Het maken van een baslijn, ofwel een partij voor de basklarinet is zo moeilijk of gemakkelijk als je maar wilt. In dit artikel worden enkele methodes beschrijven die ik heb gevonden en een leuk resultaat opleverden. Als voorbeeld heb een Klezmer melodie gekozen waarbij ook de akkoorden bekend zijn.
Het is goed om de opbouw van de toonsoort en van de gebruikte akkoorden paraat te hebben. In dit stuk zijn dat de volgende:
- toonsoort is Bb = Bb C D Eb F G A Bb
- D7 = D F# A C
- Gm = G Bb D
- A7 = A C# Eb G
- Cm = C Eb G
Belangrijk om te realiseren is dat basklarinet een taak heeft in de ritme sectie. Primair is dat het definiëren van de harmonische structuur door het benadrukken van de basisnoten van de akkoorden; meestal op de eerste tel van een maat. Verschillende stijlen van baslijnen definiëren de muziekstijl en het gevoel van een voorwaartse beweging in de muziek.
Een baslijn wordt over het algemeen opgebouwd uit doelnoten, dat zijn vaak de basisnoten van het akkoord op de eerste tel van de maat. Daarnaast is de wijze waarop de volgende doelnoot wordt genaderd belangrijk. Vaak door noten uit het akkoord, maar ook vaak door noten buiten het akkoord die meer spanning geven en oplossen in de doelnoot waardoor er een voorwaartse kracht in de muziek merkbaar is.
De grondtonen spelen op de eerste tel van de maat
(making the changes)
Een simpele en veilige manier voor een baslijn is het spelen van de grondtoon van het akkoord op de 1e tel van de maat waarin een nieuw akkoord wordt gespeeld.
Op deze wijze legt de bas een fundament van de harmonische structuur van de muziek. Het is simpel maar effectief.
Een logische uitbreiding daarop is het spelen van een grondtoon op het moment van iedere akkoordwijziging. Bijvoorbeeld een D in op de 3e tel van maten 1 en 2 en een A in maat 3 etc.
Een beperking is wel dat de beweging in de muziek ontbreekt.
Klik op de logo's hieronder om een midi of musescore voorbeeld te downloaden en af te spelen.
Ritme spelen
(playing time)
Een bas kan ook heel strak het ritme spelen, op iedere tel een noot. Dit is met name nuttig als de ritme sectie beperkt is. Deze manier van spelen geeft meer beweging aan de muziek. Er zijn veel varianten op waarover hieronder meer.
Klik op de logo's hieronder om een midi of musescore voorbeeld te downloaden en af te spelen.
Funderen van de harmonische structuur
Een veel gebruikt principe is lange noten te spelen op de 1e tel van de maat met een nieuw akkoord en vaak de kwint of het octaaf op de 3e tel van de maat.
Op de tel voor de overgang naar het volgende akkoord kun je een kwint of een terts spelen waardoor er iets meer beweging in de baslijn komt.
In dit voorbeeld zijn de noten op de 3e en de 4e tel nog steeds binnen het akkoord gekozen maar is op de 4e tel steeds een noot gekozen die zo dicht mogelijk bij doelnoot op de 1e tel van de volgende maat ligt. Hierdoor ontstaat een voorwaartse beweging in de muziek.
Walking bass
De akkoordnoten kunnen ook worden gebruikt om gedurende meerdere maten in een dalende of een stijgende lijn te spelen. Je speelt dan bijvoorbeeld arpeggios (gebroken akkoorden) voor ieder akkoord. Dit kan gebruikt worden om een walking bass lijn te creëren die een sterke voorwaartse beweging combineert met een strak ritme.
In een walking bass lijn krijgt iedere noot een gelijk gewicht. Er zijn geen noten luider of langer dan andere. Hierdoor krijgt het een gelijkenis met de cadans van voetstappen. Probeer de noten zo te kiezen dat de stap van de laatste noot naar de eerste van het volgende akkoord zo klein mogelijk is om een zo geleidelijk mogelijke overgang van het ene naar het volgende akkoord te maken. Een arpeggio hoeft daarvoor niet perse op de grondtoon te beginnen. Ook andere noten uit de toonsoort van het stuk die geen onderdeel van het akkoord uitmaken mogen worden gebruikt om een geleidelijke overgang naar het volgende akkoord te maken. Dat creëert vaak een boeiende spanning in de baslijn.
Er zijn in die zin drie categorieën van noten:
- akkoord noten
- toonsoort noten; die niet tot het akkoord behoren
- chromatische noten; die niet tot de toonsoort behoren
Akkoordnoten geven de minste spanning en de laatste de meeste. De noten met lage spanning worden gebruikt op de sterke tellen (de 1e en de 3e) en op de zwakke tellen worden soms noten met spanning gebruikt die op willen lossen en een voorwaartse beweging afdwingen.
Een vuistregel is om de 1e tel altijd een akkoord noot te gebruiken met weinig spanning, op de 3e tel een andere noot uit het akkoord. Op de 2e en de 4e tel worden de noten met meer spanning gebruikt die op willen lossen naar de noten op de 1e en 3e tel. Door een chromatische noot op de 4e tel die dicht bij de noot op de 1e tel ligt creëer je een sterke forward motion.
In het voorbeeld is hier en daar ook een extra opmaat toegevoegd waardoor er nog meer beweging komt.
Links
voorbeeld: