Om het riet soepel te maken moet je het eerst bevochtigen.
Dat kan door het even onder de kraan te houden maar nog beter is het een paar minuten in een glas water te zetten.
Je klemt het riet op het mondstuk met de rietbinder op zo’n manier dat je nog net een randje van het mondstuk ziet als je het mondstuk met riet recht voor je houdt.
Als je goed kijkt zie je dat er bij de tip van het mondstuk ruimte is tussen het riet en het mondstuk. Dat heet de tipopening. Dat is de bewegingsruimte van het riet als je blaast.
Als je nog nooit op een rietinstrument hebt geblazen dan is het goed om even te proberen geluid uit het mondstuk te krijgen zonder dat het op het instrument zit.
Je neemt het mondstuk circa 2cm in je mond. Je tanden rusten op het schuine stuk van het mondstuk en met je bovenlip sluit je het mondstuk goed af.
Op de meeste mondstukken zit een opstaande rand. Je kunt om te beginnen het beste het mondstuk zo ver in je mond nemen dat je net je wijsvinger voor je bovenlip kunt leggen.
Met je onderlip duw je zachtjes tegen het riet. Niet te hard want dan knijp je de bewegingsruimte van het riet dicht.
Sluit met je lippen goed om het riet en het mondstuk en probeer te voorkomen dat je lucht verliest.
Als je praat dan tik je bij een t-klank of een d-klank met je tong even tegen je gehemelte en die trek je dan terug waardoor er lucht kan ontsnappen.
Als je zoets doet bij een riet dan komt de toon het makkelijkste tot stand. Je zegt dan als het war TA of DA in plaats van HU of WU.
Wat je kunt doen is de hoek waarmee je het mondstuk in je mond hebt variëren om te zien met welke hoek het geluid het makkelijkst tot stand komt.
Bij de eerste tonen die je speelt mag je best even kracht zetten. Je leert later wel hoe je met minimale kracht de saxofoon kunt laten horen.
Voordat je het mondstuk op de nek plaats moet je controleren of het kurk wel goed is ingevet. Doe dat met speciaal kurkvet. Als je dat niet hebt kun je het ook met vazeline doen. Nu kun je het mondstuk op de nek doen. In het plaatje hierboven kun je zien hoever dat moet. Houd met een hand de nek vast en schuif het mondstuk zo'n 2 cm op de kurk (zie plaatje)
PLaats de nek op het instrument met het mondstuk naar je toe en vervolgens en draai de nekschroef handvast.
Meestal speel je met een nekkoord. Stel de lengte van het nekkoord zo in dat je het mondstuk zonder dat je de saxofoon op hoeft te tillen zo in je mond kunt nemen zoals in stap 2 uitgeprobeerd. Dan kun je op een ontspannen manier de kleppen met je vingers bedienen.
De linkerhand plaats je boven je rechterhand.
De duim zet je op de meetal ronde duimsteun. De toets er direct boven laat je nog even met rust (dat is de octaafktoets). De rechterhand plaats je met de duim onder de haak.
in het plaatje hierboven zie je hoe je de vingers van de linkerhand plaatst. Op moderne saxen is de eerste toets de Quick F. Die mag je overslaan (op oude saxofoons zit die er niet) Als het goed is zie je een klep onder de toets van de wijsvinger sluiten als je die indrukt. De volgende kleine toets slaan we nog even over. De middelvinger en ringvinger bedienen ook hun eigen toets. De pink heeft nog even niets te doen.
Zorg dat je handen niet onbedoeld tegen een klep aanleunen. Als je per ongeluk een klep open duwt dan komt er geen goede toon uit het instrument,
In het plaatje hierboven zie je hoe je de vingers van de rechterhand plaatst. De pink heeft hier ook even niets te doen.
Nu kun je eventueel wat met je vingers oefenen om de kleppen er onder te sluiten en weer te openen. Als je alle kleppen sluit maak je als je blaast een lage toon en voor iedere klep die je van onderaf opent wordt de toon hoger.
Om te beginnen kun je alle kleppen onder de vingers van je linkerhand sluiten en dan te proberen het instrument aan te blazen.
Denk daarbij om al het volgende:
Als die eerste toon al lukt kun je proberen wat er gebeurt als je een ook een of meer kleppen met de rechterhand sluit of de klep onder de ringvinger van je linkerhand opent en sluit.
Zoals ik al eerder schreef: als je voor het eerst blaast mag je best heel hard blazen. Je leert later wel hoe je zachter kunt spelen. Succes!
De onderstaande grepentabel is gemaakt in samenwerking met Sieben Koeleman.
De complete pdf versie is hier te downloaden.
(ook toepasbaar voor altklarinet, contra-alt klarinet en contrabas klarinet)
Omdat ik niet alle bladmuziek zomaar mag publiceren zijn sommige stukken beperkt tot links naar andere sites waar bladmuziek te vinden is.
Musescore is te downloaden op https://musescore.org/nl
De volgende docenten geven basklarinet les en spelen zelf ook actief basklarinet.
Het maken van een baslijn, ofwel een partij voor de basklarinet is zo moeilijk of gemakkelijk als je maar wilt. In dit artikel worden enkele methodes beschrijven die ik heb gevonden en een leuk resultaat opleverden. Als voorbeeld heb een Klezmer melodie gekozen waarbij ook de akkoorden bekend zijn.